"Niet langer kilometers populieren”
Waterschap Hollandse Delta zorgt voor het maaien en onderhoud van veel groen, zoals bermen langs wegen, gras op dijken, planten in oevers en slootkanten, waterbergingsgebieden en de terreinen rond gemalen, waterzuiveringen en eigen kantoren. Het gaat om ruim 60.000 bomen, 120 hectare bosplantsoen en meer dan 25 kilometer haag. Laurens van Zee is verantwoordelijk voor het onderhoud van deze groene gebieden.

“Snoeien van de bomen, hagen en bosplantsoenen doen we voornamelijk voor de verkeersveiligheid. Hoge begroeiing kan namelijk goed zicht op de weg, een rotonde of een bocht belemmeren. En ook verkeersborden moeten goed zichtbaar blijven. Bovendien moeten we voorkomen dat bijvoorbeeld dode takken op de weg vallen. Veiligheid op de weg is prioriteit,” benadrukt Laurens. “Maar maaionderhoud draagt er ook aan bij dat dijken goed blijven en toegankelijk zijn. Een stevige grasmat zorgt voor een stabiele dijk.”
Oog voor de natuur
"Er zijn vast mensen die zich wel eens afvragen waarom een deel van de berm niet gemaaid is. Of die denken dat er een stuk is overgeslagen. Dat kan kloppen. Laurens legt uit dat ze dat bewust doen. “Gefaseerd maaien noemen we dat. Als we alles tegelijkertijd weghalen, dan zijn de schuilplaatsen en het voedsel voor insecten, vlinders, vogels en kleine zoogdieren in één keer weg. Dat willen we niet. Maar ook voor de planten is het beter om in fases te maaien. Planten krijgen dan de kans om zaad af te zetten. Dat doen ze namelijk niet allemaal op hetzelfde moment. Zo ontstaat er meer diversiteit in de vegetatie en daar profiteren allerlei dieren weer van. We onderhouden uiteraard met oog voor de natuur. Door het juiste beheer, hopen we op meer kruiden en bloemen.”
Nieuwe beplanting gevarieerder
Ook bij nieuwe beplanting houdt het waterschap rekening met de ecologie. Laurens: “Voorheen zag je misschien kilometers populieren achter elkaar. Nu zetten we er bewust andere soorten tussen. Zo is er meer variatie en dat trekt weer veel meer verschillende vogels en insecten aan.”
Nestcontroles en hergebruik van materialen
Laurens wil duidelijk maken dat de medewerkers rekening houden met nesten van (broedende) vogels. “Op plekken waar we nesten verwachten, voeren we controles uit voordat we starten met maaien. We willen namelijk geen nesten verstoren of vernietigen. Vinden we iets? Dan markeren we die plek en slaan daar het maaiwerk over.” Het maaisel gaat overigens niet naar de afvalverwerker. “We willen er zo duurzaam mogelijk mee omgaan. Dat betekent dat agrariërs in de regio het kunnen gebruiken als bodemverbeteraar. We houden het bewust dichtbij, want zo beperken we het aantal vervoersbewegingen en dus ook de CO₂-uitstoot. Van een klein deel van het maaisel wordt compost gemaakt.”
