Werkwijze baggeren: ontvangstplicht oneigenlijke stoffen Het waterschap maakt gebruik van de ontvangstplicht voor het bergen van bagger op de aangrenzende percelen. Ook bij de aanwezigheid van puin en glas e.d. (niet chemische verontreinigingen), zogenoemde oneigenlijke stoffen, kan gebruik worden gemaakt van de ontvangstplicht. Hiervoor gelden wel regels. Jurisprudentie (uitspraak rechtbank Zwolle op 18 februari 2011) toont aan dat het waterschap een inspanningsverplichting heeft (let wel, geen resultaatverplichting) voor het verwijderen van oneigenlijk stoffen als puin en glas uit de bagger. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur van waterschap Hollandse Delta van 7 augustus 2012 is ingestemd met de volgende werkwijze:

Bergen van baggerspecie minder dan 2 kubieke meter per strekkende meter

- Indien door aanwijzingen, bemonsteringen of ervaring bekend is dat er op specifieke locaties grote hoeveelheden glas of puin aanwezig zijn, wordt de bagger op deze locaties direct afgevoerd. De bekende locaties met geconcentreerde hoeveelheden oneigenlijke stoffen worden direct afgevoerd, overige deel van de bagger wordt conform regels op het land aangebracht.
- Bij het bergen van baggerspecie op de aangrenzende percelen wordt de baggerspecie na het baggeren ontdaan van oneigenlijke stoffen voor zover dat voor het oog zichtbaar is. Het waterschap voert het puin en glas e.d. af van het perceel. Het verwijderen gebeurt bij hoeveelheden minder dan 2 kubieke meter per strekkende meter handmatig. Het uitgangspunt wat het waterschap hierbij hanteert is alle oneigenlijke stoffen die voor het oog zichtbaar zijn en grotere afmetingen hebben dan een "kubus" van 10 x 10 x 10 cm verwijderen. Alles wat kleiner is dan deze afmetingen is nauwelijks zichtbaar en kan niet worden verwijderd. Losse glasscherven en kleine stukjes puin worden dus niet verwijderd en blijven achter op het perceel.

Bergen van baggerspecie meer dan 2 kubieke meter per strekkende meter

- Werkwijze bergen van baggerspecie <2 m3/m1 is ook hier het startpunt. Het verwijderen gebeurt in principe handmatig, maar kan bij grote hoeveelheden ook worden gezeefd. Dit geldt voor de bagger die uit een (gedeeltelijke) zandsubstantie is opgebouwd. Bagger opgebouwd uit voornamelijk klei kan niet gezeefd worden.
- Daarnaast is het zo dat het door de grote hoeveelheid bagger niet mogelijk is om de gehele substantie in één keer te doorzoeken. Daarom gelden 2 stappen:
- Het op de kant brengen van de specie, waarbij 'op zicht' puin en glas ed wordt verwijderd.
Daarna verspreidt de agrariër - zoals verplicht gesteld in de keur - de bagger over zijn land.
- Indien bij de eerste stap oneigenlijke stoffen zijn gevonden, zal het waterschap na melding van de agrariër dat de bagger verspreid is, voor de tweede maal langskomen om in dit geval de verspreide bagger te controleren. De melding moet worden gedaan bij het waterschapsloket.
- Indien bij de eerste stap geen oneigenlijke stoffen zijn gevonden, maar de agrariër bij verspreiding alsnog oneigenlijke stoffen vindt, dan kan de agrariër dit melden bij het waterschapsloket. Hierna komt een medewerker langs om dit vast te stellen.

Door deze werkwijze voldoet het waterschap aan de inspanningsverplichting die wordt gesteld aan het verwijderen van ongerechtigheden uit de bagger. Bovendien sluit het waterschap hiermee aansprakelijkheid uit voor eventuele schade die ontstaat aan gewassen door de aanwezigheid door (kleine substanties) puin of glas e.d. De werkwijze sluit aan bij de huidige werkwijze en is nu vastgesteld door de Dijkgraaf en Heemraden op 7 augustus 2012.

Voor meldingen belt u het waterschapsloket, tel. 0900 - 2005005 (€ 0,10 p/min.).