Minder middelen in het water: hoe emissiecoaches boeren helpen. Wat doen emissiecoaches?

  • Status project In uitvoering

Boeren gebruiken gewasbeschermingsmiddelen om hun gewassen gezond te houden. Maar soms spoelen deze stoffen vanaf het erf of de akker de sloot in. Dat is niet goed voor het milieu. Emissiecoaches helpen boeren om dit te voorkomen.

Ze geven praktische tips over wat een boer kan doen om het gebruik van deze middelen beter te beheersen. De coach denkt mee tijdens het groeiseizoen en kijkt naar de dagelijkse werkzaamheden. Zo helpt hij of zij boeren stap voor stap richting duurzamere landbouw.

Waarom is dit project gestart?

Het doel van het project is om kennis te delen en bewustwording te vergroten over de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op het milieu. Er is daarom een meetnetwerk opgezet. Op twintig locaties in Zuid-Holland worden verschillende stoffen gemeten. Zo zien we waar verbeteringen nodig zijn en kunnen we bijvoorbeeld fouten of slordigheden opsporen.

Samenwerking in de regio

De emissiecoaches maken deel uit van het project Aanpak reductie gewasbeschermingsmiddelen Zuid-Hollandse Eilanden. Hierin werken verschillende partijen samen: milieudiensten, waterschap Hollandse Delta, de bollensector (KAVB), LTO Noord en de Provincie Zuid-Holland. Het project wordt ondersteund en gefinancierd door de provincie, het waterschap en de DAW Impulsregeling.

 

De coaches zijn actief in drie gebieden: Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard en Voorne-Putten. Het project loopt tot eind 2027.

Geen gewasbeschermingsmiddelen meer in de sloot, door bijvoorbeeld een speciale wasplaats voor landbouwmachines.

Wat zijn de eerste resultaten?

Alle telers in de drie gebieden zijn de afgelopen tijd bezocht. De emissiecoaches zijn met hen in gesprek gegaan, hebben rondgekeken op het bedrijf en samen met de teler alle mogelijke ‘emissieroutes’ besproken. Dat zijn manieren waarop gewasbeschermingsmiddelen in het water kunnen komen.

 

Daarnaast zijn er maandelijks metingen. De stoffen die werden gevonden, waren vooral herbiciden (tegen onkruid) en fungiciden (tegen schimmels). Eén middel, Fandango, overschreed op sommige plekken de norm. Op Voorne-Putten zijn minder normoverschrijdingen gevonden dan in de andere gebieden.

Wat valt er nog te verbeteren?

De emissiecoaches merkten dat er geen grote problemen zijn, maar dat op elk bedrijf wel iets beter kan. Kleine aanpassingen kunnen het risico op vervuiling flink verlagen. Dat is belangrijk, want alleen zo blijven er voldoende middelen beschikbaar voor gezonde teelten.

 

Het grootste risico ligt bij het schoonmaken van landbouwmachines en het afstromen van regenwater vanaf het land. Daar is nu extra aandacht voor. De provincie onderzoekt of er gezamenlijke wasplaatsen kunnen komen voor landbouwmachines. Dit idee komt uit de sector zelf en kan helpen om het schoonspoelen van machines milieuvriendelijker te maken.