“Ons systeem voor zoetwater is een goed bewaard geheim"

"Het is de hoogste tijd om er eens over te vertellen”

Je wandelt langs de Bernisse, zeilt over het Brielse Meer, geniet van de natuur en geeft de planten in je tuin water. Ondertussen werken we elke dag om één ding zeker te stellen: voldoende zoet water. Zoals Peter Mollema, strategisch adviseur bij Havenbedrijf Rotterdam en lid van de Bernissecommissie, het zegt: “Zoet water in West-Nederland wordt steeds schaarser. Dat voelt misschien anders als je de kraan opendraait. Toch is het echt zo. Voor landbouw, tuinbouw en voor natuur. En voor de havenindustrie die afhankelijk is van betrouwbaar industriewater. Samen zorgen we voor een goed bewaard geheim. Een verborgen systeem van zoetwater, dat iedereen raakt.”

Het Brielse Meer buffert, de Bernisse voedt

Peter Mollema

Die leiding kan ongeveer 4 m³ per seconde transporteren: ruim 240.000 liter per minuut. Een verborgen levensader die bijna niemand ziet, maar waar de glastuinbouw en honderdduizenden mensen van afhankelijk zijn.

Waarom dit ertoe doet – en waarom we al ruim tien jaar in actie zijn

Voldoende zoet water is al lang niet vanzelfsprekend. Als het kan, laten we via het Spui zoet rivierwater via de Bernisse in. Bij lage rivierafvoer of stormopzet wordt het Spui zouter. Dan sturen we strak: even niet inlaten, of juist snel extra water binnenhalen zodra er een kort venster is. We zien al jaren dat de situatie langzaam verslechtert: lage afvoeren, zouter water bij het Spui, druk op beregening en industrie. Daarom werken we sinds 2014 samen aan onderzoek en maatregelen, met medefinanciering uit het nationale Deltafonds. Door klimaatverandering worden droge zomers langer en extremen groter. De zeespiegel stijgt, waardoor zout water verder landinwaarts kan komen. Dat vraagt om blijven leren en blijven innoveren.

Alles hangt met alles samen

“Ons zoetwatersysteem is groter dan een regionaal vraagstuk,” zegt Peter. “Zo speelt op nationaal niveau een discussie over aanpassing van de verdeling van Rijnwater tussen Noord- en West Nederland. De uitkomst kan voor ons gevolgen hebben. Hetzelfde geldt voor veranderingen in bovenstrooms gebruik van rivierwater. Zelfs keuzes over hoe we West-Nederland in de toekomst beschermen tegen hoogwater kunnen raken aan onze regionale zoetwater belangen. Daarom stemmen we deze werelden op elkaar af. “Alles hangt met alles samen,” aldus Peter.

Hecht samenwerken – feiten op tafel, één systeem, één aanpak

Van overleg en onderzoek naar concrete acties

In tijden van waterschaarste is het belangrijk om snel en adequaat te reageren. Daarom hebben we allereerst de sturing verbeterd. Door het installeren van sensoren weten we beter en eerder hoe we het water moeten sturen. We monitoren zoutgehalte en waterpeilen continu. Een beslissingsondersteunend systeem (BOS) helpt bij het nemen van beslissingen. 

Ook hebben we knelpunten in de infrastructuur op orde gebracht.  Waterinlaatpunten zijn op afstand bestuurbaar gemaakt zodat sneller kan worden gereageerd op veranderende omstandigheden.  Aan de noordzijde, bij Spijkenisse, is een tweede inlaat gerealiseerd. Die geeft speelruimte omdat we nu vaker in staat zijn om water van goede kwaliteit naar het Brielse Meer te brengen. Nu die stappen zijn gezet staat de basis goed. 

Momenteel bereiden we een stap voor die het systeem extra robuust moet maken: het vergroten van het watervolume dat we kunnen innemen wanneer de waterkwaliteit goed is. Er liggen nog meerdere varianten op tafel: van relatief eenvoudig en betaalbaar tot groter en kostbaarder. Momenteel wordt onderzocht of we met de eenvoudige variant kunnen volstaan.

De blik vooruit

De Bernissecommissie blijft werken en schakelen op alle niveaus. Lokaal zorgen we dagelijks voor zekerheid: meten, duiden, sturen. Regionaal en landelijk denken we mee over keuzes voor de langere termijn: hoe verdelen we rivierwater, wat betekent dat voor de delta en hoe houden we zoet-zout in balans? We zoeken aansluiting en financiering via het Deltaprogramma Zoet Water en blijven afgestemd op besluiten die nodig zijn voor waterveiligheid. Zo blijft het systeem niet alleen vandaag, maar ook in 2050 sterk.

Peter vat het samen: “We zullen ons moeten aanpassen – zoet water is niet vanzelfsprekend.” Dat vraagt om techniek, beleid én gedrag. En vooral: samenwerking.