Wie onderhoudt de beschoeiingen in ons gebied?
Waterschap Hollandse Delta is verantwoordelijk voor het waterpeil in de sloot en het verbeteren van de waterkwaliteit in de polder. In ons werkgebied liggen veel sloten, sommige hebben beschoeiingen. Vaak wordt gedacht dat het waterschap deze beschoeiingen onderhoudt, maar dat klopt niet altijd. Bovendien zijn de afspraken over beschoeiingen veranderd.
Het waterschap moet zorgen dat water goed door sloten kan stromen. Daarvoor is onderhoud nodig. We voeren dat niet alleen zelf uit, maar kunnen perceeleigenaren ook verplichten om dat te doen. Zo is dat in de Waterschapswet afgesproken.
Volgens de Waterschapsverordening en de Keur moeten onderhoudsplichtigen begroeiing en afval uit het slootwater verwijderen, de sloten in stand houden, de waterhuishoudkundige functies ondersteunen en de ligging, vorm en afmetingen van sloten behouden zoals vastgelegd in de Legger.
Regels beschoeiingen veranderd
Elk jaar krijgen wij verzoeken om beschoeiingen te plaatsen of te vervangen. Vroeger gebeurde dit vaak bij afkalvende oevers. Door nieuwe regels is een beschoeiing nu meestal ongewenst. Minder steile oevers, oeverbeplanting, riet en waterplanten verbeteren namelijk de waterkwaliteit en biodiversiteit. Daarom is in juli 2024 het Handelingskader Beschoeiingen vastgesteld. Dit kader maakt duidelijk wanneer beschoeiing wel of niet gewenst is.
Doorstroomprofiel
Onze taak als waterschap is beperkt tot het vrijhouden van het doorstroomprofiel. Zo blijft aan- en afvoer van slootwater gegarandeerd. Als we een verzoek krijgen om iets te doen met beschoeiing, kijken we eerst of de doorstroming in gevaar is. Is dat niet zo, dan wordt het verzoek in principe afgewezen. Het onderhoud van het talud, de slootkant, is een taak van de eigenaar van het aangrenzende perceel, niet van het waterschap.
Wanneer wel beschoeien?
Als een sloot voldoet aan het minimale doorstroomprofiel, hebben wij wettelijk geen extra onderhoudsplicht. Toch kan er in bijzondere gevallen worden gekozen voor beschoeiing, bijvoorbeeld bij inlaten of gemalen, waar meer afkalving is doordat het water sneller stroomt. Of bijvoorbeeld bij voortdurende belemmering van de doorstroming door slechte grond zoals zand in duingebieden. Een ander voorbeeld is ter bescherming van nabijgelegen infrastructuur, zoals een wegberm of fietspad. Of tenslotte als de beschoeiing in de Legger staat en dus van groot belang is.
Ideaal profiel
Wij streven naar natuurlijke oevers zonder beschoeiing. Flauwe, dus minder steile, robuuste taluds met ruimte voor beplanting hebben de voorkeur. Ze bevorderen biodiversiteit en waterkwaliteit, in tegenstelling tot de steile oevers die na de ruilverkaveling zijn ontstaan.