Zuiveringsproces
Het afvalwater stroomt via de riolering naar de rioolwaterzuivering waar het schoongemaakt wordt.
Wanneer het vieze water op een rwzi binnenkomt vanuit het riool dan stinkt het, omdat het al is gaan ‘rotten'. Dat binnenkomende afvalwater heet influent. Pompen en vijzels brengen het water op hoogte, zodat het daarna onder vrij verval door de hele installatie kan lopen. Elke volgende stap in het schoonmaakproces is een stukje lager.
Het influent bevat 'grove' delen zoals stukken hout, (tennis)ballen, mobiele telefoons en plastic zakken die leidingen en pompen kunnen verstoppen. Daarom stroomt het afvalwater eerst door een grofvuilrooster dat dit vuil tegenhoudt. Deze grove delen komen dan samengeperst in een container, waarna een vuilophaaldienst het afvoert naar een vuilverbrandingsinstallatie.
Daarna gaat het water naar een zogenaamde ‘selector', een ruimte waar ‘actief slib' wordt toegevoegd. Actief slib is een mengsel van bacteriën en micro-organismen die het schoonmaakwerk gaan doen.
Vervolgens stroomt het water door een ‘beluchtingscircuit', zodat er zuurstof bij het water kan komen. Het actief slib zorgt voor de biologische zuivering: de bacteriën breken het afval, zoals vetten, eiwitten en koolhydraten af en zetten dat om in water, koolzuur en andere stoffen. Voor dit afbraakproces is veel zuurstof nodig.
Vanuit het beluchtingscircuit stroomt het water naar een nabezinktank. Het actief slib heeft zijn werk gedaan en kan bezinken om vervolgens gescheiden te worden van het gezuiverde water. Het gezuiverde water is nu voor ruim 95 procent biologisch gereinigd en mag terug de sloten en rivieren in.